13 juli 2021
Waarom roepen die wielrenners altijd zo?
Schooljeugd met zware tassen, bakfietsen met kinderen, forenzen onderweg naar werk, recreatieve e-bikers die genieten van de omgeving… op het fietspad kom je iedereen tegen. Tel daar in de zomer ook nog eens snelle wielrenners en sportieve mountainbikers bij op en je weet: het is een gezellige drukte op het fietspad! Dat roept soms ook vragen op. Mensen vinden het vooral vaak even wennen dat de wielrenners weer aan het sporten zijn. Hieronder geven we, in samenwerking met EWV Het Oosten, antwoord op de meest gestelde vragen.
Waarom roepen die wielrenners altijd zo?
Groepen wielrenners kunnen soms best asociaal overkomen: er wordt heel wat geroepen naar elkaar. Is dat nou nodig? “Ja!”, zegt Ger Vergeer van EWV Het Oosten stellig. “Roepen naar elkaar lijkt misschien asociaal, maar het tegenovergestelde is juist waar: we roepen naar elkaar voor de veiligheid van onszelf en van andere weggebruikers. Als we iemand gaan inhalen, roepen we “voor!”, zodat de hele groep weet dat we gaan inhalen. Als er een tegenligger aankomt waarschuwen we elkaar ook, door “tegen” te roepen. Zo weet de andere weggebruiker ook direct dat de wielrenners hem/haar hebben gezien. Dus juist door naar elkaar te roepen, kunnen wij zo goed mogelijk rekening houden met medeweggebruikers.” En waarom dan zo hard? “Omdat fluisteren niet werkt als je 35 km/uur gaat!”
Gelden voor sportfietsers andere regels?
Nee, voor alle fietsers gelden dezelfde regels. Dus de wielrenner moet zich aan dezelfde regels houden als de bakfiets en de gewone fietsers. Ook zij moeten dus hun hand uitsteken, voorrang geven aan rechts en stoppen voor een zebrapad. Alleen voor de speed pedelec (snelle elektrische fiets) gelden andere regels, omdat die formeel onder de bromfietsen valt. Zij moeten bijvoorbeeld verplicht een helm op.
Gebruiken wielrenners ook een bel?
“Jazeker!”, vertelt Ger. “Verreweg de meeste wielrenners hebben een bel op de fiets. Wettelijk is een bel bedoeld om gebruikt te worden als er gevaar dreigt. Dus hetzelfde als de claxon van de auto. Door te bellen worden andere weggebruikers gewaarschuwd voor bijvoorbeeld een inhaler of mogelijk gevaar. Zo zorgen we ervoor dat fietsers niet schrikken als wij hen inhalen.”
Wat is de gouden tip?
Zo eenvoudig als waar: hou rekening met elkaar en stem je gedrag af op de omgeving. Voor sportfietsers betekent dat bijvoorbeeld: ga in de stad niet voor snelheid, maar voor veiligheid en zet je snelheidsmeter pas aan als je buiten bent. Voor rustigere fietsers betekent dat: houd goed rechts. En misschien wel het belangrijkste: glimlach even vriendelijk naar elkaar, uiteindelijk zijn we allemaal mensen die van de fiets genieten.